Voorjaarsbloeiers: “Belmonte’s stinzenplanten”

In het vroege voorjaar komt er kleur in de bosvakken van Belmonte: de stinzenplanten gaan bloeien. ‘Stinzenplanten’ is een verzamelnaam voor voorjaarsbloemen die makkelijk verwilderen. Deze bol-, knol- en wortelstokgewassen hoef je niet op te rooien. Ze moeten juist gewoon in de grond blijven zitten. Door de decennialange verwildering vormen deze planten een kleurig bloementapijt onder de nog kale bomen in Belmonte. 

Historie

Stinzenplanten waren vroeger populair in pastorietuinen, op buitenplaatsen, bij grote boerderijen en landhuizen (“stins” in Friesland). Deze stinzenplanten waren vaak niet inheems, maar werden meegebracht uit andere landen. Landgoedeigenaren zetten ze als sierplant in bospercelen en bosranden onder bladverliezende bomen en struiken. Het bos of de bosrand kreeg zo een parkachtige uitstraling. Mogelijk stammen onze stinzenplanten nog uit de tijd van het landgoed Belmonte.

Het tijdens de oorlog gehavende landgoed Belmonte met de gelijknamige villa kreeg na de Tweede Wereldoorlog een andere bestemming. Het groeide uit tot het Belmonte Arboretum. Alle aangeplante planten zijn vanaf die periode gedocumenteerd. https://belmonte.arboretumexplorer.org is hiervan de digitale catalogus. Hierin zijn ook enkele stinzenplanten opgenomen. In de bosvakken van Belmonte staan ook planten die niet aangeplant zijn. Ze zijn bijvoorbeeld aan komen waaien en groeien ook in de omliggende bossen.

Stinzenplanten geven vroeg in het voorjaar kleur, maar zijn vooral belangrijk als nectar- en stuifmeelbron voor wilde bijen en hommels die in het voorjaar weer uitvliegen. Let op uw voorjaarswandeling door Belmonte eens op deze ‘stoffering’ van kleurige wilde bloemen in de oude bosvakken met beuken, eiken en hulst.

Grote kleurvlakken

In het Belmonte Arboretum kom je verschillende stinzenplanten tegen. Niet te missen is de Spaanse hyacint (Hyacinthoides hispanica). Deze is paarsblauw, wit of soms roze.  De plant is afkomstig uit Portugal en Spanje en doet het hier geweldig goed. Spaanse hyacinten zijn 35 – 40 cm hoog, bloeien in mei en zijn in trek bij hommels, wilde bijen, zweefvliegen en kevers.

Daslook (Allium ursinum) komt van nature in Zuid-Limburg voor. Het plantje heeft prachtige, witte stervormige bloemetjes die in een scherm bij elkaar staan. De plant vormt veel zaad, verspreidt zich makkelijk en geurt sterk naar ui. Tegen de zomer sterft de plant bovengronds af.

Sneeuwroem (Chionodoxa forbesii) is afkomstig uit Turkije en kan daar bloeien als de bodem nog met sneeuw bedekt is. De bloemen zijn meestal blauw, maar kunnen ook wit of roze zijn. De bloemen kijken omhoog. Het is net alsof ze je aankijken.

De bosanemoon (Anemone nemorosa) bloeit vanaf maart en heeft bloemen zo wit als sneeuw. Ondergronds heeft de plant wortelstokken, in de zomer sterft de plant af. Het plantje komt in heel West en Midden-Europa voor. In Nederland vind je de bosanemoon vooral in Zuid-Limburg en op de hogere zandgronden.

Lelietje van dalen (Convallaria majalis) bloeit vanaf eind april. Zuiver witte bloemetjes die als fijne klokjes aan de bloemsteel zitten en heerlijk zoet geuren. De plant is ooit meegenomen naar Nederland, komt uit de Kaukasus en West-Siberië. Het plantje heeft wortelstokken en verwildert makkelijk. Een klein bosje van deze bloemen levert een prachtig bruidsboeket of Moederdag-boeketje op. In Noord-Frankrijk en Zuid-België is het traditie om op 1 mei – een nationale feestdag – boeketjes lelietjes van dalen uit te delen, als symbool van geluk en om mensen veel goeds toe te wensen. Het plantje ziet er lieflijk uit, maar de hele plant is giftig.