Parade van lijsters in het Belmonte Arboretum

door Eric Minke

U zult tijdens uw wandeling door het Belmonte Arboretum wel merken dat veel vogels weer actief zingen. Het voorjaar nadert nu snel. Op dit moment valt een groep vogels op door de opvallende zang, namelijk de groep van de lijsters. In maart kunt u een vijftal soorten aantreffen in het park: Merel, Zanglijster, Grote lijster, Koperwiek en Kramsvogel.

Foto: Jacques van der Weiden

De Merel is onmiskenbaar en behoeft eigenlijk nauwelijks een beschrijving. Het gitzwarte mannetje met z’n felgele snavel en gele oogring is een opvallende verschijning. Het vrouwtje is wat meer ingetogen met een bruin verenkleed. Gedurende zonsopgang en zonsondergang is de gevarieerde, warme zang te horen. Vanaf een opvallende zangpost laat het mannetje z’n zang horen. De Merel is verreweg de algemeenste soort binnen het park. De soort begint al vroeg in het seizoen met broeden. De zang is echter tot ver in juli te horen. Een aantal jaren geleden ging het slechter met de Merel als gevolg van het Usutu – virus. De laatste jaren lijkt deze soort zich weer hiervan te herstellen.

Foto: Peter Pfeifer

De Zanglijster is op dit moment erg actief met zingen. U herkent de zang aan de telkens herhaalde zangstrofen. De zang is luid en duidelijk. Deze soort heeft de grootte van een Merel. De bovenzijde is bruin en de buikzijde is opvallend gespikkeld. Deze soort begint eind april met broeden. Jaarlijks komen in het park enkele paartjes tot broeden.

Foto: Barry S. (Waarnemingen.nl)

De Grote lijster is veel zeldzamer dan de voorgaande twee soorten. Deze soort gaat de laatste jaren achteruit in aantal en staat nu op de Rode Lijst van bedreigde vogelsoorten in Nederland. Reeds in januari kunt u al de verdragende zang horen vanuit de hoge top van een boom. De zang lijkt veel op die van de Merel, maar is minder gevarieerd. Deze soort heeft net als de Zanglijster een zwaar gespikkelde borst. De Grote lijster is echter veel groter van formaat dan de Zanglijster.

Foto: Peter Pfeifer

De laatste twee soorten zijn in deze maand nog te bewonderen. De Koperwiek valt op door de opvallende lichtgele oogstreep. In de vlucht is de opvallend roodbruine onderzijde van de vleugels te zien (vandaar de naam Koperwiek). Deze soort heeft de grootte van een Merel en Zanglijster. In maart zitten de vogels soms met  tientallen exemplaren hoog in de bomen te zingen in koorzang en vallen hierdoor extra op. Dit is een opvallend ruisend geluid. Indien de vogels opvliegen is het hoge tjieh – tjieh te horen. De Koperwiek broedt niet in Nederland, maar in het noorden van Europa in loof- en naaldbos. Nu verzamelen de vogels zich voor de terugtocht.

Foto: Mart Spijker (Wageningse uiterwaarden)

Ten slotte de Kramsvogel is een uit de kluiten gewassen lijster. Opvallend zijn de blauwgrijze kop en stuit. Het blauwgrijs komt overigens bij geen enkele andere lijster voor. De soort broedt hier en daar in Nederland (Zuid-Limburg, Achterhoek en Drenthe). In deze omgeving broedt de Kramsvogel echter niet. Nu verblijven nog groepjes van deze soort in Nederland en zullen spoedig vertrekken naar Scandinavië waar zij broeden. Bij het vliegen hoor je dikwijls het kenmerkende tjak – tjak – tjak. De kans is groot dat u beide laatstgenoemde soorten aantreft in het park door de vele besdragende struiken en bomen. Het is raadzaam om op enige afstand de besdragende struiken te inspecteren op deze soorten, want de vogels zijn dikwijls zeer alert en schuw.

Eric Minke is lid van de Vogelwerkgroep Wageningen. Deze groep telt ieder jaar de broedvogels in Belmonte Arboretum.

De vogelfoto’s zijn in Belmonte gemaakt, behalve de foto van de Kramsvogel.