Eric Minke
Vogelwerkgroep Wageningen
Na de stille ruiperiode van de vogels begint de zang nu weer wat op te leven als voorbode van de najaarstrek. Dit is een goed moment om de balans op te maken van het broedseizoen in het Belmonte arboretum. Hoe is het broedseizoen van 2020 verlopen en waren er opmerkelijke veranderingen?
Hoger aantal territoria, terwijl het aantal soorten ongeveer gelijk is gebleven
In 2020 hebben in totaal 28 soorten vogels een broedplekje gevonden in het park; drie hiervan staan op de Rode Lijst van bedreigde vogels (Groene specht, Grauwe vliegenvanger en Grote lijster). Dit jaar lag het aantal territoria op 168.
De meest tot de verbeelding sprekende vogels zijn de spechten. Dit jaar zagen we in het park drie soorten (Groene specht, Grote bonte specht en voor het eerst de Middelste bonte specht). In sommige jaren kon ook de Kleine bonte specht genoteerd worden, maar die was dit jaar afwezig. De Winterkoning liet dit jaar een verdubbeling zien in het aantal territoria (van 5 naar 10). De reeks zachte winters, in tegensteling tot wat je bij zijn naam zou verwachten, heeft bijgedragen aan de toename. Zoals altijd waren er de Koolmees en Pimpelmees terwijl het aantal Boomkruipers en Vinken toenam. Verheugend is dat de spreeuw een verdubbeling vertoonde, terwijl deze soort landelijk achteruit gaat.
Vogels en hun voorkeursbiotoop
De holenbroeders (mezen, spechten, Bosuil) vormen door de jaren heen steeds de grootste groep. Dit jaar behoorden tien soorten tot deze groep.
In het voorkeursbiotoop van bos met veel ondergroei zijn de Tjiftjaf en Zwartkop het talrijkst en komen jaarlijks in het Belmonte tot broeden. Dit jaar was er ook een Grauwe vliegenvanger.
De struweelvogels, waartoe de Winterkoning, het Roodborstje en de Heggenmus behoren, namen sterk toe. Dit was vooral toe te schrijven aan de Winterkoning.
In open bos met al dan geen ondergroei broeden Merel, Zanglijster, Grote lijster en vele soorten vinken. De Merel vertoonde weer een herstel. In 2016 stierven veel vogels als gevolg van het USUTU – virus. De Grote lijster had nog net één territorium. Landelijk staat deze soort op de Rode Lijst. De Vink, Groenling en Appelvink vertegenwoordigden de vinken, waarbij eerstgenoemde soort het talrijkste was.
In het kronendak van het hoog opgaande bos broedden Houtduif en vele soorten kraai-achtigen. De Houtduif was van deze groep het talrijkst aanwezig.
De vogels die gebonden zijn aan naaldbos zijn jaarlijks slechts sporadisch aanwezig, omdat naaldhout nagenoeg niet voorkomt. Dit jaar waren alleen een paartje Staartmezen en een paartje van de fraaie Goudvink present.

Tabel: Aantal territoria van broedvogels in het Belmonte arboretum in 2020
|
|
|
|
Fazant |
1 |
Grauwe vliegenvanger |
1 |
Holenduif |
3 |
Staartmees |
1 |
Houtduif |
10 |
Glanskop |
2 |
Bosuil |
1 |
Pimpelmees |
12 |
Groene specht |
1 |
Koolmees |
15 |
Grote bonte specht |
5 |
Boomklever |
5 |
Winterkoning |
10 |
Boomkruiper |
10 |
Heggenmus |
7 |
Vlaamse gaai |
3 |
Roodborstje |
15 |
Ekster |
1 |
Merel |
16 |
Spreeuw |
7 |
Zanglijster |
5 |
Vink |
9 |
Grote lijster |
1 |
Groenling |
1 |
Zwartkop |
12 |
Goudvink |
1 |
Tjiftjaf |
11 |
Appelvink |
2 |
Aantal soorten 28 |
|
|
|
Aantal territoria 168
|
|
|
|


De foto’s van de Rode Lijstsoorten: Grote Lijster, Grauwe vliegenvanger en Groene specht, zijn niet in Belmonte arboretum gemaakt. De foto van de pimpelmees die hier poseert als holenbroeder is van Mart Spijker en is wel in Belmonte gemaakt.